Zwarte Pinksterdag

3 juni 2011

A.F.Th. van der Heijden

Grote delen van de dag ervaar ik inwendige sidderingen van nervositeit, die mij duidelijk lijken te willen maken dat het ergste nog moet komen. Alsof Tonio's sterven pas de aankondiging was van dat 'ergste'.
Deze notie kan niet anders dan het refrein van dit requiem worden.
Ik wens het Hele Erge niet te kennen. Ik laat de brief dicht. Het nerveuze gesidder gaat onverminderd door.
Maar wat, in godsnaam, kan er nog erger zijn dan Tonio's dood?
Dit: de waarheid van zijn dood. Dat die straks, te eniger tijd, echt tot ons doordringt. Daartegen zetten mijn zenuwen zich schrap, ook namens Mirjam.

Deze roman, met daarin een zoektocht van de schrijver en zijn vrouw naar de mensen die Tonio de laatste paar weken van zijn leven omringd hebben, houdt je van de eerste tot en met de laatste zin in de greep. Tonio, de zoon van A.F.Th. van der Heijden en Mirjam Rotenstreich, overleed op Eerste Pinksterdag 2010 bij een verkeersongeval in Amsterdam. Alles komt voorbij, de radeloosheid, de angst, het verdriet. In het laatste deel van het boek maakt de schrijver in gedachten dezelfde fatale fietstocht als zijn zoon, maar dan  omgeleid via andere straten, en spreekt hem zacht toe, als om het onheil af te wenden. Dit boek is een monument. Voor Tonio.