‘Goedemorgen, zon,’ roept hij. ‘Wil je ook een eitje?
Hij zwaait.
De zon zwaait niet terug. Dat kan niet, want de zon heeft geen handen. Dat weet Robin heus wel. En op de zon woont ook niemand die terug kan zwaaien. Je kunt niet wonen op de zon. De zon is veel te heet. Nog heter dan een kachel, nog heter dan twee kachels, nog heter dan drie kachels in een brandend huis. Als je op de zon woont smelten je tenen, en dan je knieën, en dan… Hou maar op! Robin weet dat allemaal. Hij is niet gek.
Toch zwaait hij naar de zon.
Want hij is vrolijk.
Hij heeft zin in een eitje.
Uit: O rode papaver, boem pats knal!
Sjoerd Kuyper