Dissus

5 oktober 2011



Tegenwind

We zwoegden door de dikke lucht
tegenwind natuurlijk
daar kon je donder op zeggen

De wind rukte wild:
haren wapperden
oren klapperden
wangen flapperden
we leken net te vroeg geboren hondjes
en kregen de slappe lach

We deden wie het langst kon leunen:
met je handen achter je hoofd
met ogen dicht
of op één been
met iemand op je nek

en daarna wie het langst kon vliegen
met je jas gespreid
en een wedstrijdje scheten met tegenwind
en dat een ander tien meter verderop ging staan en dan ruiken
hoe snel de scheet bij hem was

Lagen we daarna allemaal
te schateren in de berm
helemaal helemaal
uitgeschakeld

'Hé maar jongens, wie heeft er nou gewonnen?'
Riepen we allemaal tegen de storm:
'Wind-man! Wind-man!'

Uit: Dissus
Simon van der Geest en Jan Jutte
Winnaar van de Gouden Griffel 2011