N. Astrup (1880-1928)
In de tuinkamerdeur
Het is mooi een huis te zijn
voor het enige hart
dat je niet wil achterlaten
Het is mooi een ladder te zijn
voor kinderen
die op een sombere dag
naar de zon willen klimmen
Het is mooi een deur te zijn
zachtjes knarsend maar toch opengaand
voor al wie wil binnengaan
En een raam
waarin het licht niet dooft
voor al wie denkt:
het is al laat.
Vjatsjeslav Koeprijanov
1939
(Vertaling: Miriam van Hee)
(Vertaling: Miriam van Hee)