Loes Botman
Een jongen uit de buurt
loopt altijd maar wat rond
met een kleine tamme kauw.
Ze vormen een stil verbond.
De kauw zit op zijn schouder,
deint op zijn voetstap mee.
Hij pikt de jongen in zijn oor.
Net een verliefd stel die twee.
Het is lief maar ook wel raar.
Ze zijn alleen en bij elkaar.
Bas Rompa
Uit: Van Boerke Naas tot Dikkertje Dap 111 kindergedichten om nooit meer te vergeten