Er woont een eenzaamheid in mij
die mij mijn hart
ontneemt,
mij in zijn armen
wiegt
en mij van mij
vervreemdt.
Ik voel hem in mijn hele
lijf
hij kruipt mijn ogen
in,
en zelfs mijn
lichaamstaal
geeft nu een andere
zin.
Mezelf ben ik beslist niet
meer:
we wonen
allebei
vals in dat ene
lijf,
die eenzaamheid in
mij.
Ine Kievits