Paul Klee
Ik geloof dat ik een engel heb gezien.
Ik weet het natuurlijk niet zeker.
Dat weet je nooit met engelen.
Hij droeg een blauwe jas, een grijze broek
en oude schoenen zonder veters.
Hij vroeg om geld: een euro, vijftig cent
om het slaaphuis van te betalen, zei hij.
Maar niemand geloofde hem.
Behalve dat meisje met die rode laarzen en die hond.
Maar dat was natuurlijk ook een engel,
dat zag je zo.
Dat meisje bedoel ik, niet die hond.
Of nou vooruit,
die hond ook,
waarom niet?
Bette Westera
Uit: Van Boerke Naas tot Dikkertje Dap