Snijden aan gras
De kinderkamer, die ik deelde met Werner, had twee ramen die op de heuvel uitkeken, in de zomer waren de ramen gekanteld. Daarom werden we om vijf uur 's ochtends wakker van de eerste geluiden van de spitten. Soms haarden twee mannen tegelijkertijd, sjt, sjt, sjt, op de achtergrond hoorden we het ook ritmische suizen van de zeisen in het gras, nog vochtig van de dauw. Dat duurde zo'n anderhalf uur, we sliepen tussendoor weer in. Dan keerden vader en zijn broers met hun zeisen op hun schouder terug naar huis, namen een douche en gingen naar hun werk op de hypotheekbank, het gemeentehuis, het bos in, de stroom opnemen en naar de Nationalbank.
De dagen van de mensen zijn als gras.
Een paar koekoeksbloemen ertussen.
uit: De oude koning in zijn rijk
Arno Geiger
vertaling: Wil Hansen