‘Meneer Martín, het is tijd om naar de operatiekamer te gaan. Is er iemand met u meegekomen?’ vroeg de broeder.
‘Nee, er is niemand met mij meegekomen,’ antwoordde hij snel.
‘Dus u heeft niemand die op u wacht terwijl u wordt geopereerd?’
‘Ik heb er veel die op me wachten als het misgaat, maar niemand als het goed gaat’.
De broeder schaamde zich een beetje.
‘Ik zal wel op u wachten’, flapte ik eruit zonder echt te beva tten wat ik zei.
Voor het eerst glimlachte meneer Martín, een glimlach waar de blijdschap va naf straalde.
‘Dank je, fluisterde hij. ‘Het is veel fijner om daar uit te komen als er iemand op je wacht.’
Dan heb ik tenminste het gevoel dat ik het voor iemand doe en dat is belangrijk.
Wist je dat in het theater alleen maar wordt opgetreden als er tenminste evenveel toeschouwers als acteurs zijn?’ Ik schudde mijn hoofd.
‘Nu kan ik optreden, want ik heb een toeschouwer. Ik zal mijn best doen, voor jou.’
De broeder nam hem mee en toen ik alleen achterbleef was ik va stbesloten mijn taak va n trouwe kameraad te vervullen.
Een jongetje va n tien als aanspreekpunt voor een man va n negentig.
De hoofdpersoon, een 39-jarige man, staat op een kruispunt in zijn leven. Zijn vriendin heeft hem verlaten en hijzelf staat op het punt af te reizen naar Capri, waar hij een vermist kind moet opsporen. Zelf is hij als kind tot tweemaal toe weggelopen. Eenmaal op het eiland aangekomen, komt hij vooral zichzelf tegen als hij geconfronteerd wordt met het verleden. Dit verhaal, met een poëtische en filosofische inslag, heeft een sprookjesachtige sfeer. Dat komt vooral door de beschrijving va n het eiland en de ontmoetingen op cruciale momenten met de ‘helpers’ in zijn leven, de bokser George en de vuurtorenreparateur Martín.
Betoverend mooi en zeker een aanrader.
Vertaling: Joke Mayer