Argentijnse avonden

23 juli 2012




Oudjaar vierde Rinus op de pedalen.
Vroeg in de ochtend van nieuwjaarsdag reed hij Istanboel binnen, waar hij overdonderd werd door de schoonheid van de moskeeën. De zes minaretten van sultan Ahmed vond hij ronduit indrukwekkend. Toen hij het heiligdom betrad, werd hij overweldigd door het interieur. 
'Wat een pracht. Je voelt je ineens geweldig klein worden. De hele vloer is belegd met handgeknoopte tapijten.'
Rinus, als technicus, liet geen detail aan zijn oog ontsnappen en sloot een schetsje bij om de constructie te verduidelijken voor zijn familieleden. 'En de korans die er liggen zijn geweldig dik en met de hand geschreven, als de ene schrijver doodging, schreef de volgende verder.'


Een verbazingwekkend verhaal over twee op drift geraakte jonge kinderen en hun vader, dat de lezer
de halve wereld over voert.
In het eerste deel vertrekt de vader op de fiets (!) van Rotterdam naar Nederlands-Indië; zijn aldaar geboren dochters varen op 5- en 6-jarige leeftijd op een vreselijke bootreis, zonder enige begeleiding naar Nederland, om uiteindelijk, in Argentinië met hun vader verenigd, een nieuw leven op te bouwen.
Ida, de oudste van de twee meisjes, zal uiteindelijk voor Nederland consul worden in Argentinië.
Voor het zover is, worden de twee meisjes liefdevol opgevangen in Tros Arroyos, een Hollandse kolonie bestaande uit gereformeerde nazaten van Hollandse en Friese landverhuizers uit ca. 1890, die een bestaan opbouwden in een onbekende wereld.
Boeiend en interessant, en met plezier gelezen.

Uit: Argentijnse avonden
Auteur: Carolijn Visser