In het ziekenhuis heb ik veel gele zielen ontmoet, maar toen wist ik nog niet dat ze het waren. Ik dacht dat het vrienden waren, verwante geesten, mensen die me steunden, beschermengelen.
Ik kon maar niet begrijpen waarom iemand die je even daarvoor nog niet kende ineens een deel van jezelf kon worden, je beter begreep dan wie dan ook in deze wereld en je zo goed steunde dat je je begrepen en gekend voelde. Een gele ziel is een bijzonder persoon in je leven. Ze zitten ergens tussen geliefden en vrienden. Het is niet nodig elkaar vaak te zien of contact met hen te onderhouden.
Binnen de ziekenhuismuren, zo vlak bij de dood, zag Espinosa wat leven is. Bijna 10 jaar van zijn leven, van zijn 14e tot zijn 24e, bracht hij door in het ziekenhuis, om te vechten tegen een ziekte waarvan niet iedereen om hem heen het won. Dit autobiografische boek, de gele wereld, gaat over die tijd, waarin hij mensen leert kennen, die hem heel dierbaar blijven, en waarvan hij stukjes van hun leven met zich meedraagt. Hij ontdekte er het belangrijkste wat er te ontdekken viel: hoe kun je gelukkig leven, hoe schep je een gele wereld. En 'geel' staat voor zon, warmte, liefde, vriendschap. En humor. Al lezende word je als vanzelf meegezogen in die wereld, terwijl hij over ingrijpende gebeurtenissen schrijft.
Het laatste deel van het boek gaat over het vinden van 'gele zielen': mensen die je 'niet' toevallig ontmoet, en waarmee het meteen vertrouwd is, die je een spiegel voor kunnen houden. En hij geeft advies: ga naar ze op zoek, zij kunnen het verschil maken, ze kleuren je wereld geel van geluk.
De gele wereld
Albert Espinosa
Vertaling: Joke Mayer