Kroniek van de familie Wapshot (2)

22 mei 2013

Fritz Overbeck


Honora loopt over het zachte gras langs het raam maar ze horen haar niet, daarvoor zitten ze te hard te lachen. Halverwege het huis blijft ze staan en leunt zwaar met beide handen op haar stok, gegrepen door een emotie die zo heftig en zo naamloos is dat ze zich afvraagt of dit gevoel van eenzaamheid en verbijstering niet het mysterie van het leven is. Het is of heel haar wezen schrijnt, tot haar knieën slap worden en ze zo waarachtig naar inzicht hunkert dat ze haar hoofd heft en halfslachtig een gebed prevelt. Dan verzamelt ze haar krachten, stapt door de voordeur  naar binnen en roept opgewekt door de gang: 'Ik ben het, Maggie.'

uit: Kroniek van de familie Wapshot
John Cheever
vertaling: Guido Golüke