Als boekverkoper ben je natuurlijk in de bevoorrechte positie je steeds omringd te weten door de nieuwste boeken; ze liggen als het ware voor het oprapen en je hoeft dan ook nooit zonder een goed boek te zitten.
En toch.... toch komt het wél eens voor dat het niet lukt om het goede boek te vinden, dan lijkt de inhoud van veel boeken zo oppervlakkig, zo zonder noodzaak. Te veel woorden, te weinig inhoud.
En dan is daar een klein boekje, een novelle van Alessandro Baricco, dat het licht ontheemde gevoel dat het gevolg is van net iets te vaak een boek niet uitgelezen terzijde gelegd te hebben in één keer opheft.
Wat een feest om te lezen en te herlezen: de drie korte verhalen, die op een wonderlijke manier verband met elkaar houden. Het kan eigenlijk niet,er klopt iets niet met de tijd in deze verhalen, maar dit is literatuur en daar kan het wel.
Daar kunnen de twee personages elkaar door de tijd heen ontmoeten, de volwassene in het ene verhaal is kind in het andere en andersom. De wegen van deze personages kruisen elkaar: drie ontmoetingen 's nachts en hun wegen scheiden zich weer bij dageraad.
Het zijn steeds ontmoetingen op een cruciaal moment in het leven van de man/het jongetje of de vrouw/het meisje en steeds speelt de ander daarbij een bepalende rol, ondanks zichzelf misschien.
Op een subtiele manier lopen de verhalen 'goed' af, maar dan zoals er na iedere nacht toch weer een dageraad aanbreekt; er is een daad gesteld, een liefdevolle daad zelfs, maar Baricco doet op geen enkele manier tekort aan de complexiteit van het leven.
En wat een prachtig taalgebruik, elegant, subtiel, onnadrukkelijk maar bijzonder effectief. Heel mooi vertaald ook door Manon Smits.
Daarop draaide de vrouw zich naar hem toe en ze zag hetzelfde gezicht van al die andere keren, de scheve tanden, de lichte ogen, de jongensachtige lippen, die woeste haren. Ze zat te denken aan de wonderlijke bestendigheid van de liefde, in de nimmer stilstaande stroom van het leven.
Alessandro Baricco
vertaling: Manon Smits